|
||||||||
|
Mauro Sigura werd geboren in Turijn, na zijn filosofie studie dook hij de muziek in, hij speelde gitaar en bouzouki in de Turijnse jazzclubs waar hij samenwerkte met bekende jazzmusici zoals Eric Truffaz en Javier Girotto. Vanaf het begin beweegt Sigura zich zowel in world- als jazzmuziek. In 2005 verhuist hij naar Sardinië waar hij in contact komt met Sardijnse folk en jazz, in 2009 leert hij de oud te bespelen en interesseert hij zich voor de Turkse muziek. In 2013 richt hij met Gianfranco Fedele, Alessandro en Tancredi Emmi het Mauro Sigura Quartet op. In 2016 debuteren zij met het album “The Colour Identity” dat de Mario Cervo Record Award won als beste album gemaakt op Sardinië. En dan is er nu hun laatste album “Terra Vetro” dat zoiets betekent als “fragiele aarde”, het album draait om thema’s als migratie en het milieu. De boodschap is natuurlijk moeilijk over te brengen via instrumentale muziek maar het is wel terug te vinden in sommige titels, zoals “The secret conflict of Pireo” dat handelt over de wederzijdse ethnische zuivering die gepaard ging met de Grieks-Turkse oorlog tussen 1919 en 1922. “Requiem per il calderone” verwijst naar de Gran Sasso een Apenijnse gletsjer, de meest zuidelijke van Europa, die door de opwarming van de aarde is gereduceerd tot een glaciaal landschap. Op “Terra Vetro” is Sigura te horen op de oud en op de bouzouki in “Ad un solo passo”, Gianfranco Fedele is te horen op piano en electronics, Alessandro Cau op drums en Tancredi Emmi op contrabas, op 5 nummers is Luca Aquino te horen op trompet of flugelhorn. De oriëntaalse invloeden zijn wel merkbaar, vooral in het verstilde klankbeeld van het nummer “Carthago” maar het is toch minder op de voorgrond tredend als bij collega oud spelers als Rabih Abou-Khalil en Anouar Brahem. In het eerder genoemde “Ad un solo passo” ontbreekt het helemaal met het vervangen van de oud door de bouzouki, hier is het vooral de piano die sfeerbepalend is met een supersnel aanstekelijk ritme, dat vloeiend overloopt in een romantisch getinte melodie waarin het typische bouzouki geluid op de voorgrond treedt, mooi. “Listen, noodle”, geschreven door Fedele, is een fraai muziekstuk waarin voor de eerste keer de geweldige trompettist Luca Aquino is te horen, samen met vooral de piano en contrabas wordt hier een wonderschoon muzikaal festijn neer gezet. Ook “I muri di ceuta” is een fraai verstild muzikaal thema met in eerste instantie een hoofdrol voor het bijzondere geluid van de oud , waarna we weer belanden in de jazz middels het pianospel van Fedele. Het nummer “Mistral” drijft voornamelijk op het fraaie geluid van trompettist Luca Aquino, fenomenaal, het is te horen dat hij sterk beïnvloed is door Chet Baker die heel vaak in Italië verbleef, hetzij beroepsmatig hetzij penitentiair vanwege zijn voorliefde voor hallucinerende middelen. Het absolute hoogtepunt van dit album is het wonderschone “Requiem per il calderone”, een duet van oud en flugelhorn, een waar kippenvel muziekstuk. Datzelfde geldt ook voor het spannende en beeldende “The secret conflict of Pireo” waarin de intensiviteit enorm wordt opgebouwd en de elektronische effecten uiterst effectief worden gebruikt, het kan dus toch wel. Uiterst beeldende muziek, het zou kunnen dienen als een perfecte soundtrack. Alle nummers zijn geschreven door Sigura behalve “Désir” dat hij samen schreef met Fedele en “Listen, Noodle ”van Fedele. Alweer een heel fijne cd uit de Italiaanse jazzwereld, die veel breder blijkt te zijn dan ik ooit had vermoed, een aanmerking nog, waarom geen ruimere toelichting over de intentie van de nummers en dan liefst ook in het Engels, dat maakt zo’n cd veel interessanter voor de geïnteresseerde luisteraar. Jan van Leersum.
|